Dobbe dobbe dobbe

Citaten uit recensies


Henk van Gelder in de NRC van zaterdag 12 februari 2004

‘Maar wie Guus Vleugel (1932-1998) weghaalt uit zijn glorietijd, houdt altijd nog een verbluffend virtuoos auteur over, wiens teksten fonkelen van malicieuze pret en ambachtelijk vernuft. De drie solisten in deze liedjesshow -- sober maar stijlvol geënsceneerd door John Yost -- doen die nummers veel eer aan.’

‘Net als de fenomenale Rob van de Meeberg, wiens Brelparodie in Vrouwencafé (in 1980 gezongen door Frans Halsema) een komisch hoogtepunt is. En in diverse nummers smelten hun stemmen welluidend samen met de muziek van Ruud Bos, wiens gevarieerde arrangementen tevens hulde brengen aan de vaak door Joop Stokkermans gecomponeerde melodietjes, en de multi-instrumentalisten Evert Woud en Louis Gerrits.’

‘Als nieuw en hyper-actueel kan Guus Vleugel nooit meer klinken, maar zijn raffinement komt in Dobbe dobbe dobbe nog volop tot leven.’


Patrick van den Hanenberg in de Volkskrant van maandag 14 februari 2004

‘Waar de teksten door tijdgebonden namen onduidelijk dreigden te worden, heeft Rob van de Meeberg ze doeltreffend geactualiseerd. Hij had wel met wat meer gif mogen strooien in het extra Allah-coupletje bij God is niet dood. Regisseur John Yost heeft er een fraai geheel van gemaakt. Nummers die ontroerende en wrange familierelaties beschrijven worden in verrassende samenhang gebracht. Ook de minder conventionele liefdesperikelen vormen een vrolijk geheel, met Vrouwencafé als het hilarische hoogtepunt. Hier is Van de Meeberg in topvorm als Jacques Brel die Nederlands zingt.’

‘Ruud Bos, die eind jaren zestig een aantal Lurelei-teksten van Vleugel op muziek heeft gezet, maakt de voorstelling tot een zalige gebeurtenis. Vooral de zoete tegenklanken in de begeleiding van Meisje in het magisch sentrum, over een ontredderd meisje uit Enschede in Amsterdam, zijn formidabel. De teksten schokken natuurlijk niet meer, maar de bewondering voor het vernuft, de sociale gevoeligheid en de humor zijn nog even groot. Vleugel zette een standaard, die tegenwoordig slechts door een enkeling wordt gehaald.’